Kinderrechter luidt noodklok over gebrek aan passende plek voor minderjarige
Een minderjarig meisje verblijft op een gesloten groep en staat op de wachtlijst voor een open instelling. De GI verzoekt verlenging van de machtiging gesloten jeugdhulp, omdat er de komende maanden nog geen plaats is in een open instelling. De kinderrechter oordeelt dat het niet kan en mag zijn dat de minderjarige langer in een gesloten setting verblijft dan goed voor haar is, simpelweg omdat er als gevolg van de wachtlijstproblematiek geen alternatief is. Uit de wet en het IVRK volgt immers dat een gesloten plaatsing (een vorm van vrijheidsbeneming) een té ingrijpend middel is in een situatie waarin sprake is van een wachtlijst voor een passende vervolgplek. De kinderrechter luidt de noodklok: er moet verandering komen in de situatie van de minderjarige, niet over een jaar, niet over een aantal maanden of over enige tijd, maar nu. Om die reden is hier een rol voor de overheid weggelegd en de kinderrechter verwacht dan ook van de GI en de gemeente - als uitvoerende instanties - dat zij hun verantwoordelijkheid serieus nemen en er de komende weken alles aan zullen doen om de minderjarige te geven waar zij recht op heeft: een passende plek. De verlenging wordt toegewezen voor twee maanden, voor het overige wordt de zaak aangehouden.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant (Locatie Breda), 17-02-2021