Schorsing ouderlijk gezag anorexiapatiënte blijft in stand
Het lukt de gezagdragende ouders van een minderjarige dochter die lijdt aan een levensbedreigende eetstoornis niet om op wezenlijke punten tot overeenstemming te komen, terwijl deze verdeeldheid bijzonder schadelijk wordt geacht voor het welzijn van hun ernstig zieke dochter. De ouders zijn door de kinderrechter (op grond van artikel 1:268, lid 1, onder b. BW (medische behandeling)) geheel in de uitoefening van het gezag geschorst, waarbij de voorlopige voogdij is opgedragen aan de GI. Het hof bekrachtigt de beslissing van de kinderrechter op andere gronden (artikel 1:268, lid 1, onder a. BW (gezagsbeëindigende maatregel). Er is sprake van een crisissituatie.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Leeuwarden), 20-01-2021