Uithuisplaatsing in anoniem ziekenhuis vanwege gedrag ouders
De pasgeboren zoon van de vader en de moeder komt, na in levensgevaar te zijn geweest en met succes gereanimeerd te zijn, in het ziekenhuis te liggen op basis van een spoedmachtiging tot uithuisplaatsing. De ouders bedreigen de jeugdhulpverleners dusdanig, dat zij aangifte doen. De minderjarige wordt daarop met een nieuwe spoedmachtiging in een anoniem ziekenhuis geplaatst. De kinderrechter schorst de moeder gedeeltelijk in de uitvoering van het gezag wat de medische behandeling van de minderjarige betreft. Omdat hierdoor een gezagsvacuüm ontstaat, belast de kinderrechter op grond van artikel 1:268, derde lid, BW de GI met de voorlopige voogdij, vooralsnog voor de duur van de schorsing.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant (Locatie Breda), 02-04-2021