Hof: inhumane situatie omdat vijftienjarige in kader uithuisplaatsing al langere tijd uit ‘veiligheid’ wordt opgesloten
Een nu vijftienjarig meisje verblijft al meer dan twee jaar op basis van machtigingen van de kinderrechter in gesloten accommodaties van jeugdhulpaanbieders. Zij is op verschillende groepen en accommodaties geplaatst geweest. Inmiddels verblijft zij nu ruim een jaar op de afdeling [X]. De minderjarige ontvangt, met uitzondering van medicatie, geen behandeling. De accommodatie waar zij verblijft, is handelingsverlegen. Tot op heden is geen passende behandelplek gevonden. De kinderrechter heeft (opnieuw) een machtiging tot plaatsing in een gesloten accommodatie verleend voor de periode van 10 november 2021 tot 10 mei 2022. De minderjarige is het daar niet mee eens en is van die beslissing in hoger beroep gekomen. Het hof oordeelt dat gelet op de langdurige vrijheidsbeneming en de zeer forse vrijheidsbeperkende maatregelen, waarbij niet lijkt te worden voorzien in elementaire basisbehoeften van een kind, sprake is van een inhumane situatie. Het (primaire) verzoek van de minderjarige wordt toegewezen, omdat de rechten van haar om zich in veiligheid te ontwikkelen en in geborgenheid op te groeien met de hulp die zij daarvoor nodig heeft in de gesloten jeugdzorg niet wordt geboden en elk zicht op perspectief daarop ontbreekt.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Leeuwarden), 30-03-2022